2014

Nooit ophouden met opnieuw beginnen:
Een paar gedachten over nieuw, nieuwer, nieuwst

Ook al lijkt het oud, het is nieuw
Ook al lijkt het nieuw, het is oud

Een echt kunstwerk heeft verbinding met de tijd waarin het ontstaat.
Onmiddellijk echter overstijgt het die verbinding en is open voor de actualiteit, voor actueel beleven.

Ik voel me geen slachtoffer of slaaf van het modernistische vernieuwingsdogma:
alleen het nieuwe is goed en het goede is nieuw. Dat dogma is een tweesnijdend zwaard. Voor kunstenaars die er in geloven is het een fuik waaruit ze vaak niet terugkeren.
Voor meer traditioneel werkende kunstenaars betekent het dat hun werk weinig aandacht krijgt.

En dan is er het moedeloze geklaag van sommige collega’s die vinden, dat alles al eens een keer gedaan of gemaakt is. Vernieuwen kan niet meer. Daarnaar streven is zinloos. Dat is een destructieve opvatting die menig artiest blijvend de kroeg in jaagt om daar verder te filosoferen over het noodlottige tijdsgewricht.

In het magazine van theatergroep Oostpool, nummer 4 (wat een goed/mooi magazine!) kwam ik een inspirerende tekst tegen van Luk Perceval, een Belg die in Duitsland een toneel – en regieopleiding heeft opgezet. Daaruit wil ik vrijelijk wat interessante citaten halen.

“ Ondanks het feit dat we dankzij liefde op aarde komen en zonder liefde niet zouden overleven en ook wanneer we de aarde verlaten meestal omringd worden door heel veel liefde, ondanks die wetenschap, vertrouwen wij de liefde niet. We hebben onder andere de kunst nodig om ons aan de liefde te herinneren. In onze huidige door beurskoersen geterroriseerde vrije markt economie hebben we die nog meer nodig dan bijvoorbeeld dertig jaar geleden.
De angst om te falen, de angst om er niet bij te horen, niet in het systeem te passen, geen functie te hebben en daardoor geen identiteit, geen zelfbewustzijn, geen waarde te vinden, maakt onze maatschappij en de mensen bang, verlamd, klein. De bron van de liefde is bedolven onder angst……….
Men moet investeren in die liefde, gul zijn en niet besparen. Het enige wat mij en met mij vele anderen, steeds weer op die moeilijke weg kracht geeft, het enige wat tegen alle weerstand in elke keer weer hoop, geloof en ruimte voor liefde gecreëerd heeft, is passie.
Dat is de kracht die maakt dat de visser vist, de bakker brood bakt, de bergbeklimmer bergen beklimt, de kunstenaar schildert, verzen schrijft, sonnetten zingt, stenen breekt of zich gewoon belachelijk maakt. Niemand kent het waarom va deze kracht. Maar iedereen weet: wat moet dat moet.
Diep in onze genen worden we gedreven door een kracht, een passie om te doen wat we niet laten kunnen. Een passie waarmee we als hongerige dieren, op zoek gaan naar de vrijheid. Een leven zonder angsten, met en in liefde.”